Bijlage 6. EMU-saldo
Het EMU-saldo is een in Europees verband gehanteerd en gedefinieerd macro-economisch begrip. De EU-lidstaten mogen op grond van de Europese regelgeving een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De gemeenten hanteren een baten- en lastenstelsel maar de EMU-systematiek werkt op een andere manier. Daar is het moment van een daadwerkelijke transactie bepalend.
Het EMU-saldo geldt binnen de Europese Unie als een indicator om de gezondheid van de overheidsfinanciën te kunnen bepalen. Dit saldo geeft aan of de gemeente meer of minder heeft uitgegeven dan er binnenkomt. Omdat het hierbij gaat om de daadwerkelijke geldstromen tellen bijvoorbeeld de afschrijvingslasten niet mee, maar de gerealiseerde investeringen wel en ook de aan- en verkopen van gronden. Bij een sluitende exploitatie kan er daardoor toch sprake zijn van en negatief EMU-saldo. Het EMU-saldo wordt met name beïnvloed door de investeringsuitgaven.
Elke gemeente heeft een individuele EMU-referentiewaarde, die afgeleid is van het plafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten. Venray heeft voor 2024 een referentiewaarde van negatief € 7,789 miljoen.
Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Daar zijn op individueel gemeentelijk niveau verder ook geen consequenties aan verbonden. Pas als het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) constateert dat het plafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten wordt overschreden, kan aan gemeenten worden “gevraagd” de begroting (en dan vooral het investeringsvolume) in dat jaar bij te stellen. Of dit verzoek er in een dergelijk geval komt, hangt af van de bestuurlijke weging op dat moment. Een eventuele EMU-instructie van het Rijk kan dus van invloed zijn op de investerings- en financieringsplanning.
Het EMU-saldo van de Venray komt voor 2024 in de realisatie uit op negatief € 8.9 mln. en valt buiten de referentiewaarde voor Venray van negatief € 7.8 miljoen.
x € 1000,- | ||||||
Omschrijving | Rekening 2023 | Begroting 2024 | Rekening 2024 | Begroting 2025 | ||
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | 12.098 | -7.767 | 5.053 | -1.290 | |
2. | Mutatie (im)materiële vaste activa | -/- | 10.753 | 26.198 | 17.743 | 26.054 |
3. | Mutatie voorzieningen | + | -158 | 659 | 4.139 | 939 |
4. | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -/- | 1.174 | 650 | 336 | 0 |
5. | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | -/- | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | 13 | -33.957 | -8.887 | -26.405 |